Klaverjassen in ’44

“Lekker,” zei Wim, “jullie zijn Beet.”
“Ja, de klos” voegde Jo eraan toe.
“Vind je het gek,” zei Tonie, “dat zag ik al lang aankomen, ik had me daar een kaart van het jodenraapstelengeslacht.”
Piet keek Tonie hoofdschuddend aan en zei, “ja meid, bij ons zat de nieges er in, ik had ook een handje van niks. Maar goed, de strijd gaat door … tot ’t bittere eind.”

“Nou kom op! Trappen met die handel!” zei Wim tegen Bets.
“Ja daag…! Flikker jij effe lekker op, ik trap me hier verdomme m’n benen uit me reet!” Piet kijkt Bets hoofdschuddend aan. Maar Bets kijkt onverschrokken terug en zegt, “moet jij niet effe fietsen dan, ’t schijnt goed te zijn voor de haargroei.”

“Ja, zo kan ie wel weer even Bets,” commandeerde Jo, “gewoon nog even mond dicht en doortrappen, na dit spelletje neemt Wim het wel een uurtje van je over.”
Wim zat erbij en keek erna.

Nou, wat had al dat fietsen te betekenen. Wat was het euvel.

Wim, die zo’n beetje de techneut binnen de familie was, had een lichtinstallatie in elkaar gefröbeld. Naast de tafel stond een ouwe fiets in een stelling met de fietslamp op tafel gericht. De eer om te trappen viel meest te beurt aan Betsie of Coenie, “omdat ze nog jonge benen hadden.”

Wordt vervolgd

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s