
Op de dagen dat er geen markt was ging Rooie Cor met de viskar door de Jordaan. Hij duwde de handkar door de straat en schreeuwde:
“Ja mense, daar is tie weer,
met verse visch en hom en kuit
neem een emmer mee
en zoek de mooiste uit!”
“Botervette Zuiderzee*aal
een beissie voor een baal”
De mensen kwamen met een emmer of een grote pan naar buiten.
In de Tuinstraat op nummer 13 woonde in een kelderwoninkje een gezin met vierentwintig kinderen. De moeder van dit gezin stond – wegens haar grote vruchtbaarheid – in de buurt bekend als knijntje **.
“Wat kost de wijting?” vroeg Knijntje aan Rooie Cor.
“Meid, normaal vraag ik twee beisies, maar voor jou gooi ik voor een beisie je hele emmer vol.”
Cor vulde de emmer met vis en legde er, omdat Knijntje zoveel monden te vullen had, nog een dikke schol bovenop. “Kijk is meid, ben jij ook weer lekker voorzien, dat is dan één beisie.”
Als Cor zich omdraait ziet hij vanuit z’n ooghoek dat Knijntje nog snel even een glibberige schelvis van de kar gapt en in de diepe zak van haar baaierrok stopt.
Rooie Cor keek haar aan, er kwamen rookpluimen uit z’n oren. “Wat krijgen we nauw, vuil secreet, krijg jij effe lekker de pleuris met je hele misjpoge erbij, vuile torrebak.
Je wou visch, nou dan krijg je visch … asjeblieft …” en zonder er nog woorden aan vuil te maken kiepte Cor resoluut de hele handkar met vis de kelderwoning in.
Terwijl hij wegloopt mompelt hij, “Nou … nou … attenooije … wat een gezeik.”
- * Nu IJsselmeer
** knijntje Jordanees voor konijntje
*Dit verhaal komt van Peter van Klaveren (1945 – 2018)
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank
