
Het is zomer 1955 als Tante Dientje aan me vraagt:
“Ga je zaterdag mee naar Oude-Niedorp?”
“Waar naar toe?” vraag ik verrast.
“Oude Niedorp, dat is een dorp in de buurt van Alkmaar,” zegt ze.
Nou dat leek me wel leuk.
“Je moet zaterdag vroeg bij me zijn hoor, het is een heel eind,” zegt ze, terwijl ze een zakje open doet en onder mijn neus houdt.
Er zitten kaneel en drop kussentjes in. “Proef! lekker!” zegt ze en laat mij er één pakken.
“Heb ik gehaald voor onderweg, hebben we lekker wat te smikkelen.
Zeg tegen je moeder, dat ik je thuis breng want het zal wel laat worden.”
“Wat gaan we daar eigenlijk doen,” vraag ik.
“Ach kind effe gezellig op visite, bij oude buurtjes van me.”
De buurtjes hadden altijd in de Anjelierdwarstraat gewoond en nu waren ze naar Oude Niedorp verhuisd. Ze hadden in de Jordaan velen jaren een slagerij gerund, die hadden ze verkocht en iets dergelijks in Oude -Niedorp gekocht.
Op zaterdagochtend vroeg, gingen we met de trein tot Alkmaar, vandaaruit met de bus naar Heerhugowaard en daar stapten we op de bus naar Oude Niedorp dat was een flink eind door al die dorpen.
In Oude Niedorp aangekomen werden we hartelijk onthaald.
Ome Dirk en tante Marie waren de gelukkige ouders van acht kinderen.
De dienstmeid werd die Zure* genoemd. Ze liep aan een stuk door te mopperen.
“Kijk is jongens, wat ik mee heb gebracht,” zegt tante Dien vrolijk.
Ze haalt een groot pakket uit haar tas en knoopt de theedoek open die er omheen zit.
En wat tevoorschijn komt is een gigantische stapel pannenkoeken tussen twee borden.
Nou dat werd met luid gejubel ontvangen.
En al snel staat er voor allemaal een bordje op de eettafel.
De pannenkoeken worden nadat ze van stroop zijn voorzien, opgerold en onder toeziend oog van tante Marie en tante Dien opgesmuld.
Bij tante Marie en de kinderen was het supergezellig. De slagerij floreerde zeker goed want ze hadden een groot huis en ze hadden van alles volop.
De oudste dochter heette Ria en was van mijn leeftijd, een jaar of elf, twaalf.
Toen we samen aan het spelen waren, zei Tante Dien tegen mij:
“Voor jou zou een weekje vakantie hier ook wel leuk zijn.”
En Ria zei meteen: “O, ja mag dat mam?”
Tante Marie vond het goed. Ik had niks bij me, maar tante Dien vond dat er met zoveel kinderen genoeg was om aan te trekken en aldus geschiedde.
Ik keek mijn ogen daar uit, als er bloedworst gemaakt moest worden dan moesten de twee oudste kinderen Ria en Dirk met hun handen in een grote teil met bloed en bindmiddel en allerlei kruiden roeren. Maar niet voordat de handen goed gewassen, geboend en ontsmet waren. Zover als ik het als kind kon bekijken werd er superschoon gewerkt.
De huishoudster (De Zure) had flink de wind eronder.
Elk kind boven de vier moest zijn eigen aardappels schillen.
Dan moest er geholpen worden met tafeldekken en afruimen.
Om de beurt moesten ze haar na de maaltijd helpen bij de afwas.
Er was één kind die de was sorteerde.
En één die elke ochtend de po naar beneden haalde.
Een toilet was er nog niet in het huis.
Achter in tuin stond een huisje met een hartje in de deur.
Met Ria heb ik fijn gespeeld. Ria kon heel mooi tekenen.
Ze zei: “Ik wil later non worden.”
“Hè waarom?” vroeg ik.
Ze zei, “Dat vind ik mooi!”
Zondag gingen we met het hele gezin naar de kerk in Heerhugowaard, wat een rot end weg was.
En dat terwijl er tegenover de slagerij ook een kerk stond, maar niet de kerk.
We mochten allemaal 1 cent in het kerkzakje doen.
Het was de eerste keer dat ik in een echte kerk kwam.
Ik was wel met vriendinnetjes naar de zondagsschool geweest maar dat was het.
Wat ik nog van de kerk weet: ik vond het lang duren en het was er koud.
Normaal was ik niet graag van huis, maar bij tante Marie en ome Dirk was het heerlijk vertoeven. Toen ik na een week naar huis ging, stond tante Marie met tranen in haar ogen gedag te zwaaien. Ze was gek op kinderen.
Ik vond het wel zielig voor de andere kinderen dat ze niet meer in Amsterdam woonden.
En hoe tante Dien dat nou weer geregeld, of zoals zij dat zelf noemde ‘bedisseld’ had… ik werd met een vrachtwagentje opgehaald en bij mijn ouders voor de deur afgezet.
*De naam de zure, kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Op de radio was elke avond van zes uur tot kwart over zes, een toentertijd zeer populair hoorspel.
Gijs langs de weg. het speelde zich af in een Amsterdamse tramcoupe
Waar elke halte mensen opstapten, gezellige, vrolijke stille, drukke. Er was er één die in heel Nederland het populairste was, een ontzettend chagrijnig mannetje dat altijd mopperde.
Zijn naam was de Zure , vandaar de bijnaam van de huishoudelijke hulp.

Leuk … * http://www.friedabblog.wordpress.com * Amsterdam, 21 – 8 – 2020
LikeLike