
Er klinken eerst twee harde bonken, gevolgd door een snerpend gepiep…. dan vliegt de voordeur open.
Beppie, de middelste zoon van tante Dien, staat met druipende regenkleding in de gang: “Goeiemiddag allemaal.” “Go, mot je es effe kijken, ik ben zeiknat, ik geloof dat zelfs mijn onderbroek nat is.”
“En wat klemt die achterlijke rot deur toch, kenne we daar niks an doen? ” moppert hij.
“Ach Jonge, dat is alleen met dat natte weer, dan zet de boel zo uit,” zegt tante Dien.
Beppie steekt zijn meer dan flinke neus in de lucht, trekt zijn neusvleugels dicht en zegt: “Als ik me niet vergis heb jij ook al gehuild vandaag moeder….” hij zinspeelt daarbij op de uienlucht die de keuken volop vult.
“Lekker hè jonge,” zegt tante Dien, terwijl ze haar handen aan haar schort afveegt.
Ze weet dat ze allemaal gek op haar hutspot zijn.
Ze doet er lekker een theelepeltje hutspot kruiden van Jacob Hooy bij.
Heeft ze de kruiden niet in huis dan vervangt ze deze door een bouillonblokje, maar vandaag had ze de overbekende kruiden wel in huis, dus de hutspot zal ouderwets lekker smaken. De aardappels koken met wat zout; het door elkaar stampen en dan een lekkere scheut azijn erbij! Ze zijn er dol op. De traditionele klapstuk heeft ze niet, maar ze bakt er lekker wat kaantjes bij en dan vinden ze het allemaal om te smullen.
“Moeder, ik ga na het eten, als het tenminste niet meer regent nog even aan mijn duivenhok werken,” zegt Beppie terwijl hij zijn haar met een handdoek droog wrijft. Dan wordt er gezamenlijk gegeten.
Beppie, wil graag wat meer duiven, maar daar is zijn duivenhok te klein voor. Hij is op het plat in de Anjelierstraat begonnen met een groter duivenhok te timmeren. Elke dag, als hij van zijn werk komt en gegeten heeft, timmert hij nog even aan zijn nieuwe bouwwerk. Tante Dien doet de afwas, als ze klaar is zegt ze,” Bakkie Jongens?”
“Ach moeder, wacht nog effe.
Over vijf minuten, als deze plank vast zit, stop ik er mee voor vanavond,” roept Beppie vanaf het plat. Tijdens het timmeren wordt er opeens hard op de beneden deur gebonkt en ter gelijke tijd wordt er aanhoudend op de bel gedrukt. Tante Dien zegt: “Ja Bep! Nou zal je het hebben, nou heb je de poppen aan het dansen”.
Ze trekt de deur open en er stormen een stuk of wat mensen de lange gang in:” Wat zijn jullie een stelletje gevoelloze klootzakken, vuil geteisem!!! is voor jullie tweeminuten stilte in het jaar al teveel?”. Tante Dien staat aan de grond genageld, “Twee minuten stilte…, och nee toch?
4 Mei…..2 minuten stilte…..O God, ze wist niet dat het 4 Mei was. Op dat moment komt Jantje ten tonele. Hij roept luid: !!!
“Sorry mensen!!! Spreek mijn moeder hier niet op aan!! ik ben met mijn broer een duivenhok aan het timmeren!
“Vuil tuig.” word er nogmaals van uit het trapgat geroepen.”
“Ach Jan” zegt tante Dien…. “Het is 4 mei.”
“Oh god, vier mei…” zegt Jan, terwijl hij zijn hand voor zijn mond slaat.
“Wat is dat nou voor een stennis?” roept Beppie, vanaf het plat. Mot dat nou dat gezeur, ik moet nog één plankie. kan ik dat nou niet effe afmaken?” “Nee Bep!
Het is 4 mei, en acht uur” zegt tante Dien.
“Krijg nou wat, O jeetje, O wat erg,” mompelt nu ook Beppie, in het niets starend.
Dan doet tante Dientje moedig een stap naar voren, “Mensuh” roept ze met een snik in haar stem, terwijl ze met een sterke blik in haar ogen de mensen aankijkt.
“Kijk es naar me jonge ze hoofd, zie je die deuk?” Zegt ze wijzend op de enorme deuk aan zijkant van Jantje zijn hoofd. “Daar is in de oorlog een kogel doorheen geschoten, die arme jonge was zestien jaar, als er iemand wat van de oorlog heeft over gehouden, is hij het wel.”
“Begrijp in Godsnaam hoe errug ik dit vin, maar onze radio is kapot, ik had geen idee dat het vandaag 4 mei is.” Ik kan jullie niet meer dan mijn excuus aanbieden, en ik denk dat ik niet an de 4e mei gedacht heb omdat…. Zegt ze terwijl ze wederom vol schiet, ik die rot oorlog zo snel mogelijk wil vergeten.”
Dan komt er een buurman de gang in gestapt, met de woorden “Mensen laat die luidjes met rust, dit is echt een misverstand die mensen hebben zelf teveel ellende van de oorlog ondervonden, we vergeten in de drukte allemaal wel is wat.
Door de buurman, en de verslagenheid van Tante Dien liep het gelukkig met een sisser af. Het duivenhok was bijna af, maar het hok helemaal afmaken was door dit incident toch een paar weken gestagneerd.
De hele familie Vega was uit het veld geslagen.
Hoe konden ze dat nou vergeten!!!
