Zuigend op een Mottenbal

“He Nelis, ik weet niet wat jij doet, maar ik ga een stukkie langs het water lopen, loop je mee of blijf je hier?” zegt Piet.
Hij is samen met zijn broer Nelis gaan vissen in Ilpendam.

“Nee, ik blijf hier.
Ik heb hier vorige week ook leuk gevangen, maar laat je door mij niet tegenhouden.” antwoord Nelis. “Oké Nelis, succes, tot straks dan.” zegt Piet.

Piet loopt langs de oever van het Noord- Hollandskanaal, nadat hij zijn hengel met kleine rood witte dobbertjes heeft afgesteld, slentert hij al vissend een bruggetje over en probeert zo zijn geluk aan de andere kant van het kanaal.
Na een poosje beginnen de vissen te bijten.

Hij ziet zijn broer in de verte staan, en fluit op zijn vingers om de aandacht van zijn broer te trekken…. Nelis zwaait naar hem.
Piet maakt een arm beweging van kom’ maar Nelis zwaait weer vriendelijk terug.
Dit herhaalt zich een paar keer, dan houdt Piet het voor gezien. Als hij zijn zakdoek uit zijn zak pakt vindt hij onderin zijn jaszak een propje papier met daarin een paar mottenballen.
“Krijg nou wat, dat ik die nog heb, daar zal Tonie blij mee zijn,” denkt hij.

Later op de dag komt Piet met een lekker baaltje vis bij zijn broer aan. Nelis kijkt sip en zegt als hij ziet wat zijn broer gevangen heeft, “Man waarom roep je me niet even? ik heb helemaal niks gevangen.
“Je niet geroepen?! Duvel op man! ik sta mijn longen uit mijn lijf te fluiten en jij staat maar te zwaaien.” zegt Piet.

Hij pakt het propje papier met de mottenballen uit zijn jaszak en zegt: “Hier neem een pepermuntbal, dan doe ik voor Nel en jou een vis in je aker, dan hebben jullie ook wat lekkers te smikkelen vanavond.”

Nelis pakt de mottenbal en stopt die in zijn mond, Piet zoekt twee mooie vissen voor hem uit en stopt ze in Nelis zijn aker. Piet staat op een heftige reactie van Nelis te wachten, maar Nelis staat vergenoegt te sabbelen.


Na verloop van tijd zegt hij “Piet, weet jij waar Tonie die pepermuntballen haalt.”

Piet kijkt hem lachend aan en zegt: “Nee, geen idee.” Nelis sabbelt nog eens extra en zegt: “Piet, ik ga je een tip geven, Nel haalt voor ons de pepermuntballen bij de Gruyter, en daar zit eerlijk gezegd toch een iets fijnere smaak aan.”

Er valt een korte stilte en dan zegt Piet met een lachende stem, “Ach, donder toch op Nelis, je staat op een mottenbal te zuigen! Hoe is het mogelijk dat je dat niet proeft!
Vind je het gek dat Nel haar pepermuntballen fijner smaken?!”

Nelis linkeroog begon een beetje te trekken, wat altijd gebeurde als hij kwaad was.
Hij ging voor Piet staan, stak zijn vinger in de lucht en sprak. “Hoe durf… je zoiets te doen? zoiets doet men niet bij een oudste broer, voor een oudste broer hoor je respect te hebben.

“Piet steekt zijn hand naar Nelis uit en zegt: “Ach, Nelis kom op! je kan toch wel tegen een geintje?” waarop Nelis luid roept, “Dat zijn geen geintjes, je heb me diep…diep beledigd.”
Hij loopt met grootte stappen weg, nog geen vijf stappen verder keert hij om en loopt terug, pakt zijn akertje met vis en zegt vervolgens: “Ben jij een broer, je heb het bij mij verbruid, ik wil niks meer met je te maken hebben. Van nu af aan zal ik als ik je ooit nog tegenkom alleen nog lichtelijk groeten, meer hoef je van mij niet te verwachten.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s