De Prinses met de Teerblokjes

In het laatste jaar van de oorlog zagen de kleertjes die Tootje droeg, er oud en versteld uit er was met geen mogelijkheid aan iets nieuws te komen. Tonie had het daar moeilijk mee.

Op een dag krijgt ze het lumineuze idee om van de twee witte slopen die ze nog heeft een jurkje te maken, ze gaat aan de slag op de trapnaaimachine van oma Beusekamp.

Tonie wilde er graag iets moois van maken. Ze smokte graag, dus had ze vele avonden zitten smokken. Er had ontzettend veel werk in gezeten maar de jurk was een plaatje geworden.

“Zo Toot, nu is je jurk af” zegt ze terwijl ze de laatste draad afknipt.
“Zullen we even kijken of het mooi staat.”

“Och, meid wat mooi,” zegt ze als Tootje het jurkje aan heeft.
“Kom dan zet ik je even op de tafel dan kun je in de spiegel kijken.” Tootje staat midden op de tafel zichzelf in de spiegel te bewonderen.

“Mooi mama,” zegt ze, terwijl ze met haar beide handjes haar rokje wijd trekt, om vervolgens als een ballerina een draai te maken. Als Tonie het jurkje uit wil trekken pakt Tootje Tonies handen en vraagt, “Mama mag ie vandaag aanblijven?” Tonie lacht vergenoegd en tante Jo zegt, “dat begrijp ik hoor, je lijkt wel een echte prinses met die prachtige jurk.

Als Tootje, wat later op de dag buiten gaat spelen, mag ze – onder het motto alles kan gewassen worden – haar nieuwe jurk aanhouden.

Er zijn voor de deur behoorlijk wat kinderen aan het spelen. En Tootje – zo bijdehand als ze – is staat er meteen middenin. Tijdens het spelen hoort Tootje haar buurjongetje Henkie Donselaar tegen een paar vriendjes van hem roepen, “Man, die dingen fikken goed in de kachel!”
“Wat voor dingen,” vraagt Tootje aan Mia, een vriendinnetje die een paar huizen
verderop woont.
“Die houten blokjes tussen de rails.” antwoordt Mia. 

Door de hele Kinkerstraat liep de tramrails, de kinderen speelde net zo veel op de middenweg als op de stoep, de tram reed in die tijd  immers niet meer.

“Die wil ik ook,” zegt Tootje meteen, en begint samen met Mia de blokjes tussen de rails uit te wrikken.

Ze verzamelt ze in de rok van haar witte jurkje. En als de rok vol is gaat ze er blij mee naar huis.

Toni doet de deur open en ziet Tootje staan.
De kleine meid houdt vol trots haar rok vol hout blokjes op en zegt, “Kijk eens mama, voor de kachel.”
Tonie zegt verschrikt, “O, wat verschrikkelijk!”

Ze realiseert zich dat Tootje het lief bedoelt, ze negeert de teervlekken en corrigeert zichzelf onmiddellijk en zegt. 
“Oh lieverd, wat ben ik daar verschrikkelijk blij mee. Wat fijn schat, kom gauw binnen. Heerlijk voor de kachel.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s