Van z’n a Propos

St Nicolaaskerk

De trein rolt de overkoepeling van het Amsterdamse Centraal station binnen. Piet verwacht Duitse soldaten en controles. Tot zijn verbazing is het station verduisterd en totaal uitgestorven. Hij loopt het verlaten stationsplein op en hoort door de duisternis het gebeier van kerkklokken. Hij kijkt naar de uit de donkere mist opdoemende torens van de St Nicolaaskerk. Z’n blik stijgt op naar de tienduizenden sterren aan de hemel. Een stille bries lijkt direct vanuit de sterren door z’n lichaam te waaien. 

Iets in zijn hoofd telt de klokslagen… 

“Het is tien uur … spertijd.”

Stil als een schaduw zoekt Piet z’n weg door hoge steegjes en smalle straatjes naar de Tollenstraat. Daar op de hoek van de Borgerstraat woont Wim. 

Piet trekt aan de bel. Hij kijkt schuin omhoog, het duurt lang. Dan ziet hij het verduisteringspapier bewegen, in het spionnetje verschijnen een paar ogen.

Op de trap achter de deur hoort hij gestommel en met een scherpe metalen klik gaat de deur van het slot. Piet stapt het pikdonkere trappenhuis in en zoekt voorzichtig met z’n voeten de treden. De deur van de eerste verdieping staat een stukje open. Piet ziet Wims gezicht en wil wat zeggen. Wim plaatst zijn wijsvinger voor z’n mond en geeft daarna met z’n hand aan dat Piet naar binnen moet komen.

“Kom mee,” fluistert Wim en loopt de tussenkamer in en doet beide deuren zorgvuldig dicht. Hij vraagt met gedempte stem, “Wat brengt jou hier zo laat op de avond?”

“Ik ben door de Duitsers op transport gezet.
”Wim kijkt Piet verbaast aan.
“Ik ben ontsnapt.”
Wim kijkt Piet met een moeilijke blik aan.
“Hebben ze je geregistreerd?”

“Ja,” zegt Piet.
“Dan moet je onderduiken,” zegt Wim.
“Daarom ben ik hier.”

Wim kijkt Piet aan en zegt, “Piet, ik begrijp dat je in een lastig pakket zit en ik zou je graag willen helpen, maar ik moet toch in de eerste plaats aan m’n vrouw en kind denken.”

Piet kijkt Wim aan en probeert zijn standpunt te begrijpen.

Wim zegt satirisch, “Piet best kerel, je heb dus gewoon pech gehad,”

Piet glimlacht en zegt, “Je had me daar bijna te pakken.”

“Bijna?” zegt Wim, “man, je was toch even behoorlijk van je a propos.”

“Je kan het niet laten, hè,” zegt Piet.

Luister Piet,” gaat Wim fluisterend verder, jij blijft voorlopig een paar dagen hier, maar ik wil dat je overdag – als het verduisteringspapier van de ramen is – in de tussenkamer blijft. 

“Hoe moet het dan met Tonie en de kinderen? .”Maak je geen zorgen,” zegt Wim, “jij blijft hier en ik zorg daarvoor.”

Piet ziet geen andere oplossing dan op Wim te vertrouwen.

Word vervolgd…

Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s