
De Duitsers bleven bij de deur van de coupé hangen. Eén liep rustig en de mensen vriendelijk toelachend naar de deur aan de andere kant van de coupé. Hij draait zich om, haalt zijn geweer van zijn schouder en knikte naar de Duitsers aan andere zijde. Daar stond inmiddels ook een van de soldaten met het geweer schuin voor zich. Hij riep, “Jeder steht auf und hebt die Hände hoch!” De passagiers stonden bedachtzaam op. Twee soldaten liepen het gangpad in. De één bediende zich van de linkerzijde en de andere van de rechterzijde. Langzaam moeten de mensen één voor één hun persoonsbewijs te voorschijn halen.
Zo ook Piet. De Duitser bekeek het persoonsbewijs en keek Piet daarna onderzoekend aan. Piet keek voor zijn gevoel iets te rustig terug en was bang dat dit als gebrek aan respect zou worden opgevat, maar spanning -zelfs als het maar een tikje teveel was – maakt ook verdacht.
De Duitser merkte Piets ambivalente houding op en vroeg traag, “Was ist los?”
Piet stond met een mond vol tanden.
De Duitser vroeg nogmaals, “Was ist los?”
Piet zei in een soort steenkolen Duits met een licht Bradwürstendammer accent,
“Krank in kopf, ich bin krank in kopf,”
De Duitser onderdrukt een lach en gaf Piet z’n persoonsbewijs terug.
Schokkend zet de trein zich in beweging. De Duitsers verlaten de coupé en Piet haalt opgelucht adem.
Tien minuten later komen de Duitsers baldadig lachend weer de coupé in en gaan, in het gangpad naast Piet, om de sloerie heen staan.
Na wat gegiechel gaan er drie om de sloerie heen zitten, de vierde gaat schuin op de bank tegenover Piet zitten met z’n benen in het gangpad. De Duitser biedt de sloerie een sigaret aan die ze dankbaar aanvaart. De Duitsers en de sloerie roken en Piet inhaleert de tweedehands rook zo diep mogelijk in.
Na een kwartiertje bonken over de rails staat één van de Duitsers op en loopt samen met de sloerie de coupé uit.
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank

Een gedachte over ““Ich bin Krank in Kopf””