Het Gouden Huwelijksfeest, deel V

Met tegenzin liet Dien zich door Piet een feestneus zo groot als een flinke winterwortel opzetten. Op één of andere manier voelde Dien zich, zo verscholen achter die neus, meer op haar gemak en begon tot ieders verbazing met een klare, heldere stem te reciteren:

“Pap en mam, speciaal voor jullie: De Vier Seizoenen van het Leven.”

De Lente

 Zij vijftien, hij zestien zijn jaartjes van dromen, 
onschuldig en rein. 
Twee harten door Amor te samen geklonken 
omdat het zo moest zijn. 
Kort is nog het rokje en kort is het broekje 
van haar en van hem. 
Toch zoeken ze samen een stil rustig hoekje, 
en hij zegt met heel zachte stem. 
Kom geef me een zoen, maar zij zegt, 
foei dat mag je niet doen. 
Maar zij laat hem begaan, zo'n  eerste kusje ’t is net 
of het haar griefde. 
Dan kust hij haar weer, het is de lente 
van de liefde.

De Zomer

En samen zijn zij die zo jong begonnen, 
hun liefde trouw. 
Na jaren heeft hij haar geheel overwonnen 
zij wordt zijn vrouw. 
De liefde tot dan toe aan banden gekluisterd 
viert hoogtij. 
Hij neemt zijn jong vrouwtje in zijn armen 
en fluistert nu ben je werkelijk van mij. 
Ze kussen elkaar met een vrolijke lach dat doen ze wel 
honderden malen per dag. 
Het zei vroeg of laat zoentjes moeten ze geven 
nooit hebben ze genoeg. 
Het is de zomer van het leven.

De Herfst

Daarna komen de kleintjes en daarmee de zorgen 
van het bestaan. 
Een kus in de morgen en een in de avond 
dan is het gedaan. 
En als zij des avonds om elf uur gaan slapen, 
dan zijn ze moe. 
Hij ligt met zijn mond als een hooischuur te gapen, 
en draait dan zijn rug naar haar toe. 
Dan zegt hij nacht vrouw en zij mompelt nacht man. 
Daarna slaapt ook de vrouw, maar eerst zegt ze nog even: 
Vroeger sliep je niet zo gauw. 
Het is de herfst van het leven.

De Winter

Door Dien op 92-jarige leeftijd opgeschreven
Ze zijn in de winter van het leven gekomen, 
vergrijst is hun haar. 
Dat zij elkander kusten is lang reeds geleden, 
voor het oude paar. 
En op deze dag komt de herinnering 
weder van het gouden feest. 
Zij lacht dan verlegen en hij zegt dan even, 
ja vrouw, wij zijn ook jong geweest. 
Dan kust hij haar mond met geen tand meer er in. 
En zij geeft een zoen op zijn stoppelige kin. 
Dan zegt hij, och vrouw zo'n zoentje te geven. 
Is ook nog mooi in de winter van het leven.

“Och meissie, wat ben ik hier blij mee, prachtig,” stamelde Diens moeder.

“Kijk,” zei Greetje van Greet, “de tranen van gevoel biggelen over haar smoel”. Waaraan een ander geheel ongepast toevoegde, “en de tranen van verlangen biggelen over haar wangen.”

Dientjes vader pakte zijn zakdoek en depte zachtjes de tranen van zijn vrouws wangen. Daarna stond hij op en sloeg zijn arm om zijn dochters schouder en zei met een overslaande stem, ”Prachtig Dien, meissie van me, heel erg bedankt.”

Trots kijkt hij hierna zijn vrouw aan.

Henkie van Tante Leen pakte de accordeon en begon luidkeels te schreeuwen,

♪♬♫ … Daar moet op gedronken worden, hé lá hò … ♪♬♫

Iedereen, met uitzondering van Nelis, moest lachen toen Gerrit van de Peppel, de man van dikke tante Nellie, hem een glas water aanreikte.

Er werd afwisselt gedanst, spelletjes gespeeld en door de kinderen wat kleine versjes voorgedragen. Tootje hoefde van Piet niets voor te dragen, omdat ze bij dit soort gelegenheden altijd zo geëmotioneerd moest huilen.


Klik hier voor het vervolg …

Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank

Een gedachte over “Het Gouden Huwelijksfeest, deel V

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s