
De sfeer zat er goed in toen Dien tegen broer Piet zei dat ze iets wilde voordragen. Piet antwoordde, “Hartstikke leuk meid, maar laten we de mensen nog even lekker een kwartiertje zich laten uitleven op de dansvloer. Dan zorg ik er daarna voor dat je het woord krijgt … goed?”
Dien haalde haar schouders op en zei, “Mij best, maar ik sta me hier zowat in m’n broek te zeiken van de zenuwen.
”Hé Dien, wat een taal, je lijkt Rooie Cor van de Viskar wel.”
“Ach man, flikker toch op, ik loop me hier zowat van de zenuwen op te vreten.”
“Dien, maak je niet druk, het komt goed.”
Een kwartiertje later liep Piet naar het midden van de kamer en klapte in zijn handen. “Lieve luitjes, mag ik even jullie speciale aandacht voor mijn alom geliefde zuster Geraldina Johanna Maria, jullie beter bekend als Dien.
Toen richte hij zich tot het bruidspaar en zei:
“Lieve ouders, in brede kring is het alom bekend dat jullie erg op voordrachten zijn gesteld, speciaal hiervoor heeft onze Dien wekenlang gezwoegd om het volgende vers uit haar hoofd te leren. Het betreft hier een voordracht, die als je het mij vraagt, jullie op het lijf geschreven is. Daarom graag een warm applaus voor onze eigen, enig echte Dien!”
Dien kwam naar voren en de hele familie ging in een kring om haar heen staan. Onwennig stond ze daar met hoog opgetrokken schouders met twee vuisten in een vel papier te knijpen.
“Hé wacht eens even, klonk er uit het publiek: “De neus! Ze moet de neus, nog op!”
Volgens een oud Jordaans gebruik droeg iemand die een voordracht deed een feestneus.
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank

Een gedachte over “Het Gouden Huwelijksfeest, deel IV”