Dansen met Betraande Ogen

Het is op een zonnige zaterdagmiddag begin mei 1939 als Tonie en haar moeder samen door de binnenstad wandelen. Tonie is inmiddels zes maanden zwanger. Na een kort bezoek aan de melksalon lopen ze over de Nieuwendijk richting de Dam.

Daar kijken ze een tijdje naar de poppenkast en zien hoe Katrijn die arme Jan-Klaasen met een stokbrood op z’n kop timmert. Tonie zegt tegen haar moeder: “Zullen we daar nog even kijken ze zijn de duiven aan het voeren?.” Net als ze die kant oplopen horen ze ineens iemand met een zwaar Jordanees accent schreeuwen: “Hé meissie, wat zie jij d’r lekker uit … ik zou je zo wille opvreten!’

Het is Tonie’s schoonmoeder.

Tonie schaamt zich een beetje tegenover haar moeder en zegt met een min of meer formeel stemgeluid: “Goedemiddag mevrouw van Klaveren, dank u voor het compliment.”

Protocol

Tonie’s moeder kijkt Tonie tevreden aan en denkt, “Fatsoenlijk … zo heb ik mijn dochter opgevoed. Met een rechte rug steekt ze haar hand uit en zegt, “Mevrouw van Klaveren, ik wou u hierbij condoleren met het verlies van uw dochter.”

“Dank u wel”, antwoord mevrouw van Klaveren en richt zich dadelijk tot Tonie en zegt, “Nou, nou, dat kindje van jouw doet het goed zeg, zes maanden en zo’n toeter.”
Tonie’s moeder staat er enigszins verbaast bij, want volgens haar protocol verloopt het condoleren toch anders.

Om het protocol weer op te pakken vraagt zij met een enigszins belerend stemgeluid aan mevrouw van Klaveren, “Zo’n zwaar verlies van zo’n keurige dochter zal u ongetwijfeld zwaar vallen? Wij voelen dan ook alle innig met …”

Mevrouw van Klaveren laat haar niet uitpraten, ze stampt op de grond en zegt: ”Ik wil het er niet over hebben…”.

Tonie’s moeder, die het niet prettig vindt om in de rede gevallen te worden, gaat onverschrokken verder, „Zoals gezegd, wij voelden allen innig met u en uw gezin mee en …”.

Mevrouw van Klaveren laat haar weer niet uitpraten en wend zich wederom tot Tonie en zegt, “Zo, dat kindje groeit goed zo te zien. Verstandig dat je lekker aan het wandelen bent, dat is goed, meid!” 

Tonie’s moeder die niet gauw opgeeft begint weer met, “Och, en het was zo’ n nette meid, wat…”

Het wordt mevrouw van Klaveren allemaal te veel, de hitte stijgt naar haar ogen en ze zegt terwijl ze erbij op de grond stampt, “Hou op… houdt u daar in godsnaam mee op. Ziet u daar dat bruidspaar lopen? laten we daar naar kijken en ziet u daar die mensen bij dat orgel dansen? Daar moeten we naar kijken.” 

Ze liep naar het orgel toe en zwierde op de muziek met haar baaienrok in de rondte. Tonie hoort haar tijdens het draaien, terwijl de tranen over haar wangen lopen, zeggen, “We  moeten door, ik wil er niet over praten!… we moeten door…”

Tonie’s moeder neemt het tafereel afkeurend en enigszins beledigd op en zegt, “Wat zeg je me daarvan, wat zijn dat voor manieren? Kom Tonie, we gaan.”

Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s