Na hun bruiloft namen Piet en Tonie intrek in hun eerste woning aan de Van Boetzelaerstraat 69 twee hoog. Omdat ze van te voren allebei flink gespaard hadden waren ze in staat de woning vrij luxe in te richten.
In de huiskamer hingen gordijnen van lichtgroen velours, de kleur ervan was afgestemd op de bekleding van de twee crapauds.
Tussen de crapauds stond de theetafel waarop een door Tonie gehaakt kleed lag. Daarop stond een zilverkleurig porseleinen servies. In de hoek van de kamer stond een grote schemerlamp. Langs de muur stond een dressoir met daarboven een reproductie van de watertoren in Tiel het geboortehuis van Tonie haar moeder. Op de schoorsteenloper tikte een langgerekte houten klok voorzien van een koper omrande glazen venster. Ook hadden ze voor de koude dagen een zwarte kolenhaard met een haardstel ernaast.
Drammen
Het is zondagochtend. Piet en Tonie ontbijten samen aan de – door zijn broer Nelis gemaakte – uitschuifbare eikenhouten eettafel. Er wordt gebeld. Piet wil opstaan om open te doen. Tonie zegt: “Piet dat zijn die Jehova-getuigen vast weer met hun Blije Boodschap.”
Piet, die slecht heeft geslapen, haalt z’n schouders op.
“Piet, je heb verleden keer een uur tegen die gasten lopen drammen, zegt Tonie, “Jullie bekeren elkaar toch niet. en trouwens, we hebben nu wel iets anders aan ons hoofd.”
Het gebel houdt aan.
“Zijn ze nou helemaal betoeterd! Wie staat er nu in hemelsnaam zondagochtend zo vroeg als een bezetene te bellen?” Tonie staat op en kijkt door het spionnetje in het raam.
Ze kijkt Beppie bovenop z’n hoofd.
“Het is je broertje Beppie. Wat moet die hier in hemelsnaam zo vroeg? Daar sta je dan met je goeie fatsoen in je ochtendjas. Ik hoop dat er niets ergs is gebeurd.”
Piet staat op, doet de voordeur open en op de gang trekt hij aan een touw, met een zware mechanische klik gaat de beneden deur open.
“Ik ben het!”, roept Beppie vrolijk, terwijl hij met dreunende stappen de trap oprent.
“Hé, Piet, goeiemorgen! Ik dacht wel dat jullie al op waren,” zegt hij als hij zijn broer in het oog krijgt.

De watertoren in Tiel
“Hé Bep, ook goedemorgen, veeg je voeten en kom binnen.”
“Hé goedemorgen Bep”, zegt Tonie, „jij bent wel erg vroeg, maar goed, je lust vast wel een kopje thee.”
RCA
“Ja lekker”, zegt Beppie:”…. ik dacht, Piet moet straks ook voetballen, dus ik kom effe naar jullie boeltje kijken. Dan kunnen Piet en ik straks samen naar de wedstrijd.”
“Hmm”, zegt Tonie terwijl ze haar ochtendjas wat hoger sluit. Piet, die ziet dat Tonie zich opgelaten voelt, zegt: “kom Bep dan laat ik je eerst de zolder zien en daarna de rest van het huis.”
Tonie kijkt Piet dankbaar aan en verdwijnt in de slaapkamer.
Naakte dame
Op zolder hoor je het getrippel van de stadsduiven die buiten door de zinken goot stappen. “Moet je kijken Bep,” zegt Piet terwijl hij door het gaas naar een oude etalagepop op de zolder van de buurman wijst.”
“Oh lieve hemel, een naakte dame. Zonder kleren aan!” gilt Beppie met een hoog stemmetje.
Piet moet lachen, maar trekt daarna ineens een ernstig gezicht..
“Hé Bep, luister eens, ik moet je wat vertellen. Ik ben eergisteren ontslagen.”
“Nou, daar ben je lekker klaar mee dan,” zegt Beppie.
“Ja, die schoften hebben onze hele ploeg op straat gezet.”
Nou, daar ben je lekker klaar mee dan,” herhaalt Beppie
“Breek me de bek niet open. Dan heb je net je hele huis ingericht en dan krijg je dat over je heen, dat kan toch niet de bedoeling zijn.”
“Tja, ja …..ja, wat zal ik zeggen?”
Ach hou op man, Tonie is er helemaal ondersteboven van, die durft haar familie niet onder ogen te komen.”
“Nou, dat vind ik onzin,” zegt Bep.
“Ik ook, maar ik ben er wel lekker klaar mee.”
“Kom Bep”, zegt Piet, “Tonie zal ondertussen wel aangekleed zijn.
“Trouwens, sorry Piet, ik weet dat het jou niet uitmaakt, maar voor je vrouw was het niet leuk dat ik zo vroeg kwam binnenvallen.”
Piet bokst z’n broer vriendschappelijk op zijn schouder en zegt,
“Beste broer van me, ik ben blij dat je het zelf ook zo ziet”.
“Nou,” vervolgd Piet opgeruimd:… “kom met mij mee, mijn beste Lambertus, dan zal ik uwe excellentie de salon, de balzaal en de keukens van onze Amsterdamse residentie tonen. Waarvan het ameublement van onze laatste pecunia is gekocht. En de waarheid gebied me te zeggen, dat ik nu liever het geld nog in m’n zak had gehad. Zelfs als dat had moeten betekenen dat we aan een sinaasappelkistje had moeten dineren.”
Rondleiding
Beneden liet Piet zijn broer eerst de keuken zien. De complete pannenset, het uitgebreide bestek. En Tonie’s trots, het chique witte servies met een subtiele zilveren rand alles gekocht bij Wille op de Kalverstraat.
Na de huiskamer wilde Piet zijn broer ook de slaapkamer laten zien waarin Tonie zich verschanst had. Hij klopte op de deur.
“Ja, wat is er”, klinkt er vanachter de deur.
“Ik wil Bep de slaapkamer laten zien.”
“Over een paar minuten.”
“Kom Bep”, zegt Piet: “Dan rollen wij nog effe lekker een shaggie.
“Ja, daar ben ik wel aan toe,” zegt Bep.
Peukie doen
De broers hingen naast elkaar, met een shaggie tussen hun lippen, uit het raam. Piet wees zijn broer de hoefsmid op de hoek van de Frans Halsstraat aan. Ze rookte en vertelde elkaar verhalen vanuit de buurt.
Zo vertelde Bep dat een kwajongen bij de sjieke winkel BANUS op de Overtoom een punt hadden geschilderd tussen de B en de A.
“Piet” zei Tonie: “Je kan je broer de slaapkamer laten zien, maar doe wel eerst dat raam dicht, anders zitten we op de tocht.”
Beppie vindt de slaapkamer prachtig, de donkere houten linnenkast met dito ledikant en nachtkastjes.
Piet vond het drie dagen geleden ook allemaal schitterend, maar als hij er nu naar kijkt denkt hij onwillekeurig aan de bergen brood en aardappelen die hij ervoor had kunnen kopen.
“Nou Tonie, jullie zitten er fantastisch bij meid,” zegt Bep.
“Zeg dat wel Bep, we hebben er hard voor gespaard” zegt Tonie: “maar ik ben blij dat we er nu tenminste fatsoenlijk bijzitten.”
“Ja, hm,” zei Beppie.
Tonie beseft dat Piet hun situatie aan zijn broer heeft verteld. Ze weet dat het onzin is om zich hiervoor te schamen, maar schaamt zich toch.
Mokken
“Ga je straks mee naar de wedstrijd?”, vraagt Beppie aan Tonie.
“Nee Bep, vandaag niet, ik moet nog van allerlei dingetjes doen.”
“Kom meid, ga lekker mee,” zei Piet, „die dingetjes lopen heus niet weg. Even lekker de frisse lucht in.”
“Nou, ik weet het niet hoor, ik voel me niet in de stemming.”
“Dan moet je er juist effe lekker uit,” houdt Piet aan.
“Nou, ik weet het niet hoor…” mokt Tonie.
“Nou goed, zet dan eerst even een lekker bakkie thee voor we weggaan.”
Terwijl de ketel op het vuur staat, gaat Tonie geïrriteerd met getuite lippen de koektrommel vullen.
Even later zitten de broers zwijgend, ieder op een crapaud, rond de thee.
Bep rolt een shaggie.
“Wil jij ook rollen?” vraagt Bep.
Piet knik ja.
Beppie gooit het pak zware shag met een boog naar Piet.
Piet rolt een shaggie, heb jij vuur bij je”?, vraagt hij.
“Vangen,” zegt Bep en gooit een doosje lucifers naar Piet.
De broers zwijgen, inhaleren diep en blazen de rook door hun neusgaten uit.
“Nou daar zitten we dan, met ons goeie gedrag,” filosofeert Piet.
…”te zitten,” voegt Beppie er aan toe.
Brandlucht
“Wat ruikt ik nou toch voor een brandlucht?!” roept Tonie vanuit de keuken.
“Oh God Bep, je stoel staat in de fik!” roept Piet.
Bep schiet omhoog en begint met z’n vlakke hand op de smeulende brandplek te meppen.
Tonie komt de keuken uit gerend en roept buiten haar zelf, “Kijk nou… kijk nou wat je doet!… Joris Voetangel!… me mooie crapaud!”
Bep kijkt wezenloos naar het gat in de crapeaud en zegt langzaam, “Och Tonie, wat vind ik dat verschrikkelijk, wat ben ik ook een eikel.”
Waarop Piet direct zegt, “Nou, hou op Bep, ik vind het ook heel zonde hoor, maar dat doe je toch ook niet expres.”
Reflectie
Jaren later zei Tonie vaak tegen haar kinderen, “ik kon op dat moment wel janken, maar ik vond het zo sneu voor Beppie. Dus ik zei: “Bep, maak je niet druk, ik verzin er wel wat op.” Een paar jaar later was het oorlog. Toen heb ik dikwijls gedacht, “waar maakt een mens zich toch allemaal druk om, wat we nu meemaken, dat is pas echt erg en die crapaud, die zit nog net zo lekker, en dat kussentje, staat nog leuk ook.”
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank
