
Dichtbij de Westertoren in de Jordaan ligt tussen de Prinsengracht en de Lijnbaans gracht de Egelantiersstraat. Sinds 1912 woonde Piets ouders er in een kleine woning op de 1ste etage van nummer 34.
Aan het einde van de jaren twintig waren de meeste van hun dochters al het huis uit.
Ze woonden rond om hun ouders in de Jordaan: twee in de Egelantiersstraat, één in de Egelantierdwarsstraat en twee in de Anjelierstraat.
Elke dag liepen de dochters even bij moeders aan. Om gezellig samen een bakkie thee te drinken, wat te roddelen én om het aardappelmesje te lenen. Een aardappelmesje lenen? Ja lenen, een aardappelmesje koste namelijk poen, en poen, dat was schaars.
Keppeltje
Moeders was deze ochtend met haar man naar de Jodenhoek geweest voor een boezeroen en een kamisol.* Na veel zoeken en vergelijken hadden ze deze artikelen tenslotte voordelig gevonden bij Keppeltje. Een kleine Joodse sjacheraar die Keppeltje werd genoemd omdat je hem nooit zonder keppeltje zag.
Omdat er meer op de prijs werd gelet dan op de maat, was het altijd weer spannend om thuis te kijken of de kledingstukken pasten. Vaders nieuwe boezeroen was te lang. Dat was volgens Moeders geen probleem.
“Nou Piet, dan heb je tenminste geen brievenbus** as je je bukt.”
“Nou, nou Ank, zo kan ie wel weer!” Zei Vaders die niet van dit soort gepraat was gediend.
“Zo eerst maar is effe de piepers jasse, zegt Moeders, voordat een van die meiden me messie komt hale.”
“Corrie heb het messie net meegenomen,” roept de dertienjarige Beppie vanaf het gemak.***
“Nou daar ben ik lekker klaar mee, dan, haal ik eerst wel effe de strozakken van het plat.”
Na dat ze samen met Vaders de strozakken naar binnen heeft gesleept, kookt ze al zingende nog een lekker puddinkje voor na het eten.
Zo gaat er een uurtje voorbij, maar dan begint ze toch een beetje in zichzelf te mopperen.
“Hé verdomme, waarom brengt ze dat messie nou niet effe terug, altijd
datzelfde gesodemieter. loop ik zelf een beetje te darre.
Zoveel moeite is dat toch niet.”
Verbolgen
“Hoe lang geleden heeft Corrie dat mesje geleend?” vraagt Vaders enigszins verbolgen aan Beppie die zijn handen staat te wassen.
“Sorry, vader maar ik weet het niet meer precies, maar in ieder geval vanochtend.”
“Hmm..” kreunt Vaders misnoegd.
“Ach, ik loopt wel effe naar de overkant om ‚t te hale,” zegt Moeders
‘Wat krijge we nauw, jij haalt het wel even?” zegt Vaders, “je haalt helemaal niks… is ze nou helemaal betoeterd.”
vaders staat op en loopt naar zijn schoenen.
Arm schaap
Oma die eerst zo heeft lopen mopperen, schiet direct in de verdediging.
“Oh nee Piet, dat is niet nodig. Dat arme schaap heeft het waarschijnlijk hartstikke druk. Jij maakt er altijd meteen een hele kaskenade van, jij bent altijd zo snel op je pik getrap.”
„Ik?” zegt Vaders verbaasd, „doe me nou gauw een lol, wie maakt er hier nou kaskenade, ik ben helemaal niet snel boos. Maar als iemand in principe iets leent, moet ie het wel terugbrengen. Al willen ze het mesje tien keer per dag lenen dat maakt me niks uit, ik neem aan dat ze ook liever een eigen mesje hebben.”
„En jij denkt dat die meid niks anders an d’r hoofd heb dan jouw aardappelmessie,” kift Moeders aangebrand terug.
“Hmm, nauw is het in ene mijn messie hé, … nou, ik ben er geloof ik wel klaar mee,” zegt Vaders en pakt hoofdschuddend z’n krant.
“Ik ren wel effe bij Corrie naar boven,” zegt Beppie.
“Fijn jonge,” zegt Moeders.
Slik door …
Vijf minuten later staat Bep met het mesje in de keuken.
Nadat de aardappelen zijn geschild vraagt Moeders aan Vaders,
“Lekker koppie thee Piet?”
“Nee,” zegt Vaders.
‘Jezus man, doe toch niet zo moeilijk, slik die drol toch door.”
“Het is goed met je, hou jij maar liever je fatsoen,” antwoord Vaders zonder uit z’n krant op te kijken.
“Bep, jij wel een lekker bakkie hé?”
“Nee, dank u Moeder, ik ga zo met Leendert naar Rin Tin Tin.”
“Naar Rin Tin Tin?” vraagt oma verbaast.
“Ja, die film over die herdershond?”
“Herderskont?”
“Hond!”
“Nou, nou, nou…” klink het vanachter de krant.
“Dat is toch hartstikke duur, hoe kom je an dat geld?” vraagt moeder.
“Heb ik van die kale gehad.”
“Bep, je broer heeft gewoon een naam hoor,” klinkt het vanachter de krant, „dus ik zou het op prijs stellen als je hem gewoon Piet noemt.”
“U heb gelijk, sorry vader.”
“Op zondagmiddag naar de bioscoop, het moet toch niet veel gekker worden,” zegt Vaders terwijl hij hoofdschuddend de krant dichtvouwt.
“Ach Piet, dat is de moderne tijd…” verzucht Moeders.

Het waren arme tijden, en niet alleen het aardappelmesje werd geleend, veel gebruiksvoorwerpen werden door de gehele familie gebruikt, b.v. de hamer en de leest om nieuwe hakken of zolen onder de versleten schoenen te zetten. Instrumenten als een blikopener en kurkentrekker werden ook vaak collectief gebruikt..
*Onderhemd
** Brievenbus of bouwvakkersdecolleté: een eufemistische term voor het zichtbaar zijn van de bovenkant van de bilspleet boven de band van de broek.
*** Toilet
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank
