
Tot hun zestiende jaar droegen Ank d’r jongens een korte broek. De meeste werkten dan al een paar jaar. De armoede was groot. Het is menigmaal gebeurd dat Piet niet naar school kon omdat hij geen schoenen had. En als ze schoenen hadden, dan waren dat altijd afdankertjes, die meestal veel te groot waren. Dit werd opgelost door er een prop papier in te stoppen. De jongens moesten soms zelfs op schoenen met hoge hakken van een oudere zuster naar school. Als je later aan Piet vroeg of hij dat toen niet gênant vond, zei hij altijd: “Ach, je moet maar zo denken, je was toentertijd de enige niet.”
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank
