Bij Ank thuis dronken ze veel thee. Deze werd gezet van losse theebladeren. De bladeren werden na gebruik niet weggegooid maar in een emmer bewaard. Eén keer in de week werden deze vochtige theebladeren, voor het vegen op de houten vloer gestrooid. Tijdens het vegen hielden de vochtige theebladeren het stuiven van het stof tegen.
Elke vrijdag hing er in de kleine woning een geur van Sunlight zeep en petroleum. Want op vrijdag werden de vloer en de trap geboend en de oliestellen bijgevuld. De oliestellen werden door Piets vader persoonlijk bijgevuld. Hij deed dit ’s morgens vroeg voor dat hij naar zijn werk ging. Hij trok tijdens het vullen altijd een zeer ernstig gezicht – er mocht geen druppie petroleum verloren gaan.
Piet kon met een bepaalde trots zeggen: “Ach, op zaterdag en dan vooral als het slecht weer was, zagen de trap treden er in het midden al weer zwart uit, met al die voeten die er over heen liepen, maar de hoeken van de treden waren van blank hout en kraakhelder, ach, dat menssie heeft wat afgeboend.”
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank
Kronieken uit Oud Amsterdam 