
Meestal werd er stamppot met vette jus bij Ank gegeten. Heel af en toe werden er ook lekker wat kaantjes doorheen geprakt, maar dit werd als een grote luxe beschouwd. Een oude geëmailleerde pan met dampende stamppot stond midden op tafel. Er om heen zaten Piets vader en moeder aan de korte kant van de tafel. Moeders had hierbij altijd een kleintje op schoot. De grote kinderen stonden aan de lange kanten van de tafel te eten. Ook stond er in de buurt van de eettafel een laag houten bankje, hierop zaten de kleintjes met hun bordje op schoot te eten.
Een stukje vlees was er zelden. Mijn vader vertelde dat in de meeste gezinnen de vader het leeuwendeel van het vlees kreeg toebedeeld. Daar was Piets vader op tegen: “We nemen allemaal een gelijk deel, want ook de kinderen hebben het hard nodig.” Iets wat later bij ons thuis ook altijd van toepassing was, het was: „Allemaal iets of allemaal niets”.
Meestal was Piets vader tijdens het eten op zijn werk. Zijn plaats werd dan ingenomen door Nelis, de oudste zoon.
Nelis zelf zou zeggen -“En vergeet niet ik ben ook de stamhouder..”
Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank
