
In het gezin van mijn ouders was mijn broer Peter de enige die vroeg zindelijk was. Peter was nog geen twee jaar, toen hij – zowel overdag als s ‘nachts niet meer in zijn broek of bed plaste.
Dat was met de rest van de kinderen wel anders, wat waren we een zeikers.
Toen de drie oudste Tootje, Rietje en Peter op het zolderkamertje gingen slapen werd er een po onder het bed gezet.
Onze Tonny was vijftien jaar en werkte bij ‘van Tent’ in de Agatha Dekenstraat.
Ze had van haar zuurverdiende centjes een paar prachtige bordeauxrode suède pumps met open teentjes gekocht.
Bij het naar bed gaan had ze de nieuwe aanwinst trots onder ons tweepersoonsbed gezet. Peter sliep tegenover ons in een eenpersoonsbed.
Toen Peter midden in de nacht moest plassen, heeft hij – al slapend – in plaats van in de po, keurig in één van Ton haar pumps geplast.
Toen Ton de volgende ochtend vroeg uit bed stapte, stond ze meteen midden in een grote plas. “Gadverdamme…,” riep ze ontdaan, tot ze haar schoenen in het oog kreeg, toen was ze haar natte voeten vergeten
Ze kwam met een ontsteld gezicht beneden en riep: ”Bah, kijk nou eens wat die viespeuk gedaan heeft!”.
”Geef maar hier die schoenen,” zei mijn moeder, Ze heeft ze schoongespoeld en opgeborsteld.
“Ach Ton,” zei ze tijdens het borstelen; . “Dat heeft die jongen in zijn slaap gedaan,” maar je moet maar denken; dat is Engeltjes pies…. daar kunnen ze alleen maar mooier van worden.
