
Zo ernstig en serieus als opa was, zo gezellig en joviaal was oma. Ze leefde onder het motto: ‘Je moet het leven niet te tragisch nemen, je overleeft het toch niet.’
Baaien rok
Zij was een echte Jordanese vrouw met een lange baaien rok. Zo’n rok bestond eigenlijk uit twee lagen; de onderste laag werd alleen in de winter gedragen als het koud was. Onder de bovenste rok had ze een band om de taille met een stoffen zakje dat dienst deed als portemonnee; daar zat altijd weinig of niets in en wat er in zat was altijd kleingeld. Maar dat was in de meeste arbeidersgezinnen in die tijd normaal. Meer als één stel kleding had oma niet, als de rok gewassen moest worden liep ze thuis rond in haar lange onderrok.
Later droeg ze altijd een mouwloos jasschort met bloemetjes of ruitjes. Maar dat was veel later dan de tijd waar we het nu over hebben.
Wrat
Bovenop haar hoofd had ze een grote knot middelblond haar. Aan de zijkant van haar voorhoofd had ze een grote wrat, die was minder mooi. Maar die werd door niemand gezien. Want voor het naar bed gaan rolde ze daar zorgvuldig een krulspeld over. De volgende dag had ze dan een mooie lok op haar voorhoofd.

Copyright Ⓒ 2016 – 2019 P. Schwank